Het einde van de middenpartijen PvdA, CDA en VVD

Terwijl Nederland een nieuw hoofdstuk in de politiek inslaat met de kabinetsformatie tussen PVV, VVD, NSC en BBB, biedt het recente onderzoek van de Stichting Politieke Academie inzicht in de verdwijnende rol van middenpartijen. Die verschuiving van “middenmatigheid” naar representatie is bepalend voor de toekomst van de Nederlandse politiek. De verkiezingsuitslagen en de gevolgen daarvan voor bijv. de behandeling van de Spreidingswet hebben hiermee te maken. Er komen nog uitgestelde begrotingsbehandelingen aan, waar dit probleem opnieuw zichtbaar gaat worden.

Veranderende Politieke Dynamiek in Nederland

Sinds de jaren zestig waren partijen zoals CDA, PvdA en VVD dominant in het politieke midden. Met de opkomst van deze “catch-all” partijen verplaatste de politieke aandacht zich van het vertegenwoordigen van specifieke sociale klassen naar het nastreven van beleidsdoelstellingen voor een breed publiek, over sociale scheidslijnen heen. Hierdoor transformeerden deze partijen van passie-gedreven naar management-gedreven organisaties.

Echter, de analyse van de uitslagen per stembureau van CDA, PvdA en VVD laat zien dat dat tijdperk ten einde is. Het CDA is uiteengevallen in drie stukken: Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt, de BoerBurgerBeweging van Caroline van der Plas, en het resterende CDA van Henri Bontenbal.

Neergang van Traditionele Middenpartijen

Officieel is PvdA gefuseerd met GroenLinks, waarvan de naam al zegt dat het geen middenpartij is. Het patroon van de uitslagen laat zien dat de achterban van GroenLinks-PvdA in 2023 in dezelfde buurten zit als die van GroenLinks, maar dat dat weinig overeenkomt met PvdA. De fusie met GroenLinks spreekt dus niet het brede publiek aan dat de twee partijen los van elkaar deden. Een deel van PvdA lijkt juist op Nieuw Sociaal Contract te hebben gestemd.

Van VVD-kiezers was via opinie-onderzoek al bekend dat een deel op PVV en Nieuw Sociaal Contract had gestemd. Interessant is dat af te leiden is dat deze kiezers al in buurten woonden waar o.a. veel op PVV werd gestemd. VVD raakt daarmee minder vertegenwoordigd in een deel van de Nederlandse straten en buurten. VVD is net als PvdA en CDA anno 2024 minder “catch-all” dan vroeger.

We moeten ons realiseren dat de tijd van middenpartijen voorbij is. Ze hebben ondanks de focus op management belangrijke maatschappelijke uitdagingen niet zien aankomen of op kunnen lossen. Denk aan de woningnood, immigratie, stikstof, klimaatrechtvaardigheid, inflatie, onderwijsniveau en de Toeslagenaffaire.

Regionale Verschillen en Politieke Fragmentatie

Door het verlies van het politieke midden, hebben partijen nu een smallere basis van aanhangers. Ook geografisch zijn ze minder gespreid over het land. Het is nu al zo dat in de meest verstedelijkte buurten van het land, die slechts in een vrij klein aantal gemeenten voorkomen, een andere politieke cultuur aan het ontstaan is waar onder andere meer GroenLinks-PvdA, D66 en Volt wordt gestemd dan in andere delen van het land. Dat werkt wederzijds onbegrip in de hand.

In dit nieuwe landschap is het cruciaal om aandacht te besteden aan brede vertegenwoordiging. Groepen die eerder binnen de brede kaders van de middenpartijen vielen, lopen nu het risico over het hoofd gezien te worden. De werkdruk die op de schouders van de vele kleine partijen in de Tweede Kamer valt, versterkt dat.

Versterking van Dualisme in de Tweede Kamer

Om het dualisme in de Tweede Kamer te versterken, is het essentieel dat Kamerleden actiever hun rol van controle op de regering uitoefenen. De meest efficiënte oplossing daarvoor zit niet in het invoeren van een kiesdrempel of het vergroten van het parlement naar 250 of nog meer zetels, maar in een werkwijze waarbij fracties zich verbinden in blokken van minimaal zeven zetels (5 procent van de Tweede Kamer). Door zich te verenigen in blokken van minimaal zeven zetels, kunnen deze fracties een sterkere positie innemen in het parlementaire debat en hun invloed vergroten. Op dit moment zijn er maar zes partijen met zeven zetels of méér. Deze benadering, voorgesteld door de Leidse onderzoeker Simon Otjes, kan zonder Grondwetswijziging snel worden geïmplementeerd en biedt kleinere partijen de mogelijkheid om hun belangen en die van hun achterban doeltreffender te vertegenwoordigen.

In deze blokken kunnen fracties samenwerken aan gemeenschappelijke thema’s, terwijl ze hun unieke standpunten en onafhankelijkheid behouden. Dit bevordert een meer pluralistische vertegenwoordiging van diverse maatschappelijke groepen in de Kamer. Bovendien kan deze samenwerking leiden tot meer transparantie en een dynamischer debat, aangezien fracties de vrijheid behouden om hun eigen lijn te volgen, terwijl ze ook de krachten bundelen op gebieden van gemeenschappelijk belang.

Naar een Breed Gedragen Politieke Vertegenwoordiging

Dit heeft twee gevolgen voor het functioneren van de landelijke politiek. Op de eerste plaats is het belangrijk dat de Tweede Kamer als volksvertegenwoordiging weer aan zet is om verschillende maatschappelijke segmenten en hun belangen te integreren in het democratische proces.

Op de tweede plaats zou het bij de kabinetsformatie vooral moeten gaan om breed draagvlak in de samenleving. Dat betekent een coalitie van partijen die zowel een brede geografische spreiding over buurten hebben, als vertegenwoordiging in alle niveaus van verstedelijking – platteland tot binnenstad, als een brede agenda die verschillende maatschappelijke groepen en hun belangen vertegenwoordigt.

In deze tijd van verandering, waarin de traditionele middenpartijen hun greep op het politieke midden lijken te verliezen, ontstaat een unieke kans voor een frisse benadering van politieke representatie. Een herwaardering van representatie, waarbij niet alleen de meerderheid, maar ook specifieke sociale segmenten gehoord worden. Dit is een kans voor een dynamischer, breder gedragen politiek landschap.