Is het CDA zich aan het voorbereiden om weer de grootste partij te worden?

De monsterzeges van het CDA, en vanzelfsprekendheid van het zijn van een regeringspartij, liggen al weer geruime tijd achter ons. Wie naar het verloop in de uitslagen van het CDA kijkt, ziet een dalende trend die vrijwel onomkeerbaar lijkt. Van 50 zetels in de jaren zeventig tot ruim 30 zetels minder in dit decennium. Toch is het te simpel om de teloorgang van het CDA op termijn te voorspellen.

In de jaren tachtig met Lubbers was het CDA op het hoogtepunt. En, of het nu was dat Lubbers te lang aanbleef, of de paarse krachten in het land die de gezworen vijanden van toentertijd PvdA en VVD bij elkaar brachten en het CDA een tik op de neus gaven, in de jaren negentig ging het CDA hard onderuit. Maar de partij was veerkrachtig. In het eerste decennium van deze eeuw kwam het CDA terug. Drie verkiezingen op een rij scoorde de partij boven de veertig zetels. Alsof er geen Pim Fortuyn bestond en geen PVV werd opgericht. Tot 2010, want toen ging het CDA wederom onderuitging. De veerkracht van begin deze eeuw bleek nu afwezig. Het CDA zakte uiteindelijk naar dertien zetels. In 2017 steeg de partij slechts nog tot negentien. Het is echter niet uit te sluiten dat het CDA de volgende keer de strijd succesvol aan kan gaan om de grootste partij te worden.

Als het CDA wil groeien, dan zal de partij kiezers moeten zien te winnen van andere partijen. Daarin heeft het CDA niet veel keus. Het CDA kan proberen kiezers te winnen van SGP en CU, maar die zijn al zo klein en hebben een dermate trouwe achterban dat dit nauwelijks zoden aan de dijk zet. De andere partij waar kiezers te winnen zijn, is de VVD. Maar met een -zeker binnen de VVD- populaire premier en een succesvol kabinetsbeleid (naar de mening van de achterban) is er weinig reden voor de VVD-kiezer om de overstap te maken. In het krachtenveld waarin de verkiezingen van 2017 en 2012 is gecombineerd, zien we dan ook weinig beweging in de rechterflank van het politieke spectrum.

Waar de VVD een concurrent er bij heeft gekregen, ter linkerzijde de boel flink overhoop is gehaald en in de populistische hoek partijen hun achterbannen hebben gemuteerd, is de politieke kiezerscontext van het CDA de rust zelf. Alsof alle stormen van het electoraat aan haar voorbij gaan en de partij kan rustig in stilte groeien. En dat is precies wat het CDA heeft gedaan. De partij heeft meer dan andere partijen de groei, van 13 naar 19 zetels, bewerkstelligd door in de eigen hotspots de achterban aan zich te binden. Bij het CDA geen eendagsvliegen die hun geluk bij de partij komen beproeven, maar een stevig fundament dat onder de partij gelegd wordt om toekomstige groei verder vorm te geven. Een R2 van 0,89 is bij een groei van bijna vijftig procent als prestatie bijzonder knap te noemen.

Het verlies in 2012 ten opzichte van 2010 was wat we noemen een mooi verlies. Met een populair standpunt, andere lijsttrekker, nieuw programma of iets dergelijks is dergelijk verlies eenvoudig weer om te zetten in winst. Precies wat het CDA keurig volgens het boekje heeft gedaan. En hoewel het CDA tevreden kan zijn en hij mee doet met de kabinetsformatie zal hij voor verdere groei ook buiten zijn huidige hotspots, nu het fundament daar is versterkt, moeten kijken. Dat is de volgende uitdaging en die uitdaging is een stuk lastiger.

Het CDA is bij uitstek een plattelandspartij. De partij is relatief groot in de landelijke gebieden en heeft moeite met de stedelijke gebieden. Maar met de laatste verkiezingen is het CDA er ook in geslaagd de positie binnen centrum-dorpse, groen-stedelijke en buiten-stedelijke gebieden te versterken. Dat lijkt precies de lijn te zijn die het CDA zal moeten proberen voort te zetten.

Maar om daadwerkelijk de doorbraak tot groei te forceren en de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar naar de hand te zetten zal het CDA 1 ) de hotspots waar de partij in 2010 desintegreerde en 2) de hotspots die in 2012 de basis vormden voor herstelgroei in 2017 nauwkeurig in beeld moeten brengen. Daarbij volstaat het niet om op gemeentelijk niveau te kijken. Een uitgekiend programma per wijk en buurt die relevant zijn zal daarvoor de basis moeten vormen. Uitgebreide data-analyses zijn daartoe het geëigende middel. Voor het CDA landelijk, maar ook voor de gemeentelijke afdelingen. Weer de grootste worden is voor het CDA eerder een keuze dan iets wat toevallig op het pad kan komen.